"Het is het feest der herkenning"
Door Jacqueline Hilbers
LAREN
Op een steenworp afstand van Hamdorff, waar de kunstenaars zich in vroeger tijden verzamelden, bevindt zich sinds twee weken een nieuwe verzamelplek van hun werk. De Hilversumse Kunstkenner en bemiddelaar Toon Wildeboer verkoopt in zijn nieuwe galerie aan de Nieuweweg kunst van Larense bodem. "Ik breng de werken terug naar Laren, naar de plek waar het gebeurde."
Een glazen deur biedt toegang tot een pijpenlaatje, dat hoofdzakelijk wordt verlicht via twee grote koepels. Geen plekje op de wanden is onbenut gelaten. "En al die schilderijen vertellen hun eigen verhaal", zegt Wildeboer. Om dat te bewijzen haalt hij een enveloppe uit de achterkant van een schilderij van G.A. Brender à Brandis. Er zitten krantenknipsels in. Over de viering van de negentigste verjaardag van de schilder bijvoorbeeld, gedateerd 28 maart 1968. "Die krijgen de kopers erbij. Al maak ik voor mezelf wel kopietjes."
De schilderijen in de Larense galerie komen allemaal uit de verzameling van Wildeboer zelf. "Ik heb er ongeveer tweeduizend en die kan ik niet allemaal bewaren. Dus verkoop ik ze, maar wel tegen prijzen die niet commercieel zijn." Want over de enorme prijzen die tegenwoordig gevraagd worden voor schilderijen, kan Wildeboer zich behoorlijk druk maken. "De Prijzen gaan tien keer over de kop. Er worden miljoenen omgezet in de verkoop. En ze worden verkocht als belegging, niet omdat ze mooi gevonden worden. Niemand praat meer over schoonheid. Ik probeer juist dat laagje geld eraf te halen, zodat de schoonheid van het kunstwerk weer zichtbaar wordt."
Hype
"Veel kunstenaars kregen vroeger maar een paar honderd gulden voor hun schilderijen", vertelt de Hilversummer, terwijl hij een blik werpt op een groot schilderij van Tony Offermans. "En het grootste deel van het bedrag gaven ze dan weer uit in Hamdorff, waar ze in het café aten en dronken. Nu is kunst een hype. Iedereen wil het hebben, weet er iets van."
Op het schilderij van Offermans zijn een moeder en haar kind afgebeeld. Op de voorgrond speelt een jong katje. "Een Larens interieur uit de negentiende eeuw. Nu vinden we het heel romantisch, maar eigenlijk is het armoe. Voor het poseren kregen de mensen vijftig cent. Maar als ze bijvoorbeeld tien minuten te laat kwamen, kregen ze maar een kwartje."
Toon Wildeboer naast het schilderij van Tony Offermans. "Wij vinden het romantisch, maar eigenlijk was het armoe."
Volgens Wildeboer is in en rond Laren nog veel Larense kunst te vinden. "Laren was natuurlijk een centrum van kunst en cultuur. Veel daarvan is nog in bezit van Laarders. Op zaterdagmiddagen, wanneer mensen hier hun schilderijen kunnen laten taxeren, krijg ik ze dan onder ogen. Op die manier krijg ik zelf ook een beeld van wat er nog is. Het is het feest der herkenning en er zitten de mooiste dingen bij. Een paar weken terug nog, van Anton Mauve. Dat zijn kapitale stukken."
Laatst kwam er een oude dame naar de galerij in Laren. "Dat kind ben ik, zei ze toen ze het schilderij zag. Nu is ze 93 jaar. Of het waar is, is natuurlijk een tweede. Tijd vervaagd de herinnering.
Van deze schilder heeft Wildeboer ook een werk hangen in de galerie, een oude boerenschuur. Mauve (1838-1888) kwam in het midden van de negentiende eeuw vanuit Den Haag naar Laren. "Hij beschreef het dorp Laren als lieflijk, liggend midden tussen de korenvelden, met een vriendelijke bevolking die gewillig poseerde.":
Jaloezie
Als kind kwam Wildeboer wel eens in Hamdorff, achterop de fiets bij zijn vader, die zelf ook kunstschilder was. "De schilders speelden er biljart, of zaten de hele tijd met elkaar te ouwehoeren. Alleen maar over kunst. Vaak was er dan sprake van de wonderlijke combinatie van solidariteit en jaloezie. Die jaloezie kwam naar boven als één van de schilders een werk duur had kunnen verkopen. Dan moest er worden getrakteerd. Uit die tijd stamt een beroemde uitspraak: 'ik zou wel een rondje willen geven, maar ik weet niet hoe dat moet'."
Wildeboer heeft al veertig jaar lang een galerie in Hilversum en is daarnaast een bekend restaurateur van schilderijen. Dat komt hem voor zijn eigen collectie ook van pas. Bij een werk van Evert Pieters bijvoorbeeld, een afbeelding van een boerderij en bouwland. "Het was doorgescheurd en bovendien was er een stuk van het doek verdwenen. Dat heb ik opnieuw bedoekt. Dat gebeurt met was en hars en een warme strijkbout. En daarna geretoucheerd met oude pigmenten. Niet met die neiuwe methodes, want het moet altijd omkeerbaar zijn. Als over honderd jaar het doek weer gerestaureerd wordt moet de restaurateur het kunnen terugbrengen in de oude staat."
Met een armbeweging wijst Wildeboer naar zijn collectie. "Eigenlijk koop je een verhaal en krijg je het schilderij erbij cadeau. Als illustratie. Want het is grote kunst. Die mensen konden wat."
De galerie van Toon Wildeboer aan de Nieuweweg 43 is van woensdag tot en met zaterdag geopend van twaalf tot vijf uur. Op zaterdagmiddag is Wildeboer zelf aanwezig voor de taxaties.
Bron: Gooi en Eemlander 25 oktober 2000.