"...neem ik tekenstift en pen ter hand..."
Koningin Wilhelmina was een verdienstelijk schilderes. Helaas wordt door het Koninklijk Huis een waas van geheimzinnigheid gelegd over haar werk. Tijdens het leven van de Koningin is haar werk een paar keer tentoongesteld. Ook zijn er schilderijen verkocht. Op paleis het Loo zijn ongeveer honderd schilderijen en tekeningen van haar hand opgeslagen. Wanneer mag het publiek ze zien?
door Monique de Meyere
'Kunst is voor mij een stukje religie. Uren kan ik in Gods schepping doorbrengen en haar in mij opnemen en op mij laten inwerken, teneinde haar aard en karakter te begrijpen. Daarna neem ik tekenstift en penseel ter hand om haar zó weer te geven als haar Schepper haar heeft gemaakt.' |
Op 21 april 1993 werd bij Christie's Amsterdam een schilderij geveild dat is toegeschreven aan Wilhelmina van Oranje Nassau, van 1898 tot 1948 Koningin der Nederlanden. Het paneeltje, waarop een Noorse berghut staat afgebeeld, werd voor Hfl. 9.200,- verkocht aan de Loenense bloemist L. van Duyn. Deze heeft hiermee een zeldzaam stukje vaderlandse geschiedenis in zijn bezit gekregen.
Koningin Welhelmina had namelijk in haar testament bepaald dat alle tekeningen en schilderijen die zij had gemaakt na haar dood vernietigd moesten worden, omdat zij de kwaliteit ervan niet goed genoeg vond en zij alleen herinnerd wilde worden om haar wijze van regeren. Aan deze wens is niet helemaal voldaan. Het grootste gedeelte van haar werk hangt achter slot en grendel op Paleis het Loo, waar zij na haar troonsafstand in de westelijke vleugel woonde. In de openbare vertrekken zijn maar twee werken van haar te zien; een pasteltekening van het Oude Loo en een schilderij van een Noorse fjord.
Men zou verwachten dat Koningin Wilhelmina (1880 - 1962) ook tijdens haar leven niet meer met haar werk naar buiten is getreden en dat alleen diegenen die in haar nabije omgeving verkeerden, wisten dat ze tekende en schilderde. Maar in Eenzaam maar niet alleen uit 1959 beschrijft ze uitvoerig van wie ze les heeft gehad en waar ze heeft geschilderd. Ook heeft zij meerdere malen haar werk beschikbaar gesteld voor tentoonstellingen, waarvan de opbrengst voor een goed doel was bestemd. Voorzover bekend heeft ze een keer, in 1956, een origineel werk beschikbaar gesteld voor een veiling ten bate van het Nationaal Kankerfonds. Deze tekening van een Noorse fjord bracht Hfl. 300,- op.
Koningin Wilhelmina was een zeer gelovige vrouw en een groot liefhebber van de natuur. Omdat zij zich het meeste verbonden voelde met het hogere als ze buiten was, schilderde en tekende ze voornaelijk landschappen.
Tekenles bij Albert Roelofs
Haar eerste serieuze tekenlessen nam ze in 1919 bij Albert Roelofs (1877 - 1920). Tot die tijd schetste ze af en toe wat voor zichzelf, maar was niet tevreden over de resultaten. Van Roelofs heeft ze de basisprinzipes van het tekenen in de natuur geleerd. Omdat Roelofs en zij dezelfde bendaering van het kunstenaarschap hadden, ging er volgens haar tijdens deze lessen een nieuwe wereld voor haar open. Na de dood van Roelofs eind 1920 is zij les gaan nemen van Willem van Konijnenbur (1868 - 1943), over wie ze verteld dat hij een goede tekenaar was en dat ze van hem veel over composities heeft geleerd. Aan het eind van de dertiger jaren wilde ze echter uitsluitend landschappen gaan schilderen en is ze overgestapt naar Louis van Soest (1867 - 1948), die haar tot de Tweede Wereldoorlog les heeft gegeven.
Het spreekt voor zich dat in haar werk de invloed is te zien van haar leraren. Van een van hen, Arnold Gorter (1866 - 1933), heeft ze veel geleerd. Hoewel ze hem niet vermeldt in haar boek, is het bekend dat zij een nauwe band met Gorter had. Hij heeft gedurende een aantal jaren artistieke adviezen gegeven en is met haar in 1922 naar Noorwegen geweest, om haar bij te staan tijdens het schilderen.
Van alle landen waar Wilhelmina geweest is, had Noorwegen haar voorkeur. De afwisseling in het landschap en de overheersing van de natuur over de mens, maakte een diepe indruk op haar en dit komt in een groot aantal schilderijen en tekeningen tot uiting. Maar zij werkte ook graag in Frankrijk, Engeland, Zweden, Zwitserland en uiteraard in Nederland. Hier was ze vaak in en rondom het Loo actief. Ze had een schilderskamer op Huis ten Bosch, van waaruit ze de omgeving van Den Haag ging verkennen. Een andere favoriete plek was haar buitenhuis In den Ruygen Hoek, dat in de duinen bij Noordwijk lag en waar ze vaak 's zomers naar toe ging. Dit lag niet ver van de bollenvelden, waar ze ook vele schilderijen van heeft gemaakt.
Dat ze niet alleen landschappen als onderwerp nam, blijkt uit een serie tekeningen die ze in de Elzas heeft gemaakt, toen zij daar in 1931 met Prins Hendrik doorheen reisde. Op een foto uit 1953 zien we haar met haar schilderspullen op het dak van het Paleis op de Dam zitten werken aan een schilderij van het Amsterdamse stadsbeeld. Er komen wel eens huizen voor in het werk van Wilhelmina, maar de mens is, behalve in klein formaat, op een paar tekeningen, altijd afwezig.
Eerste tentoonstelling
Zij begon haar werk aan het publiek te tonen in 1932, toen haar gevraagd werd een bijdrage te leveren aan het project Kunst in Nood, dat toen georganiseerd was om geld bijeen te brengen voor kunstenaars in Nederland die in financiële nood verkeerden. Aan deze landelijke actie werd door verschillende kunstenaars meegedaan; zoals Isaac Israels, Charley Toorop, Jan Sluijters en ook haar leraren Van Soest en Gorter. Van Wilhelmina's werk is toen een aparte expositie te zien geweest, onder meer in Den Haag, Amsterdam en Rotterdam. Omdat ze merkte hoe positief hierop werd gereageerd, is zij vlak daarna op het idee gekomen om een tentoonstelling samen te stellen waarmee ze haar sympathie wilde overbrengen aan de Nederlanders die in de toenmalige Nederlandse Kolonieën woonden. Deze tentoonstelling heeft vanaf 1933 door het toenmalige Nederlands-Indië, Suriname en de Nederlandse Antillen gereisd; de opbrengst ervan ging naar de armen in die landen.
Als kunstenares is Koningin Wilhelmina lid geweest van verschillende kunstenaars-verenigingen, zoals Pulchri Studio in Den Haag en de Vereniging van Beeldende Kunstenaars in Apeldoorn. Ze stond er dan altijd op dat ze als ieder ander werd behandeld en wilde geen erelid zijn. Als zodanig heeft zij in 1949 in Apeldoorn haar eigen tentoonstelling geopend, die gedurende twee jaar in de grote steden in Nederland te zien is geweest en waarmee ze geld wilde ophalen voor haar medekunstenaars.
Na haar troonsafstand heeft ze gezegd dat ze even kritisch beoordeeld wenste te worden als iedere andere kunstenaar. Enkele journalisten hebben het toen aangedurfd om een kritische kanttekening bij haar werk te plaatsen. In Trouw van 12 januari 1950 werd bijvoorbeeld gezegd dat haar tekeningen 'vlot en schilderkunstig' waren en dat in haar schilderijen de tekening en de compositie het sterkt punt vormden, maar 'in kleuren is niet altijd voldoende vibrering. De sneeuw in de winterlandschappen is teveel wit-blauw gebleven en niet coloristisch genoeg.'
Over het algemeen werd haar werk ook na 1948 altijd geprezen. Men had grote bewondering voor het feit dat deze gerespecteerde oud-vorstin ook artistieke talenten had. Een recensent zag zelfs een duidelijk verband tussen haar wijze van regeren en haar schilderijen. In het Algemeen Handelsblad van 3 maart 1951 merkt deze op dat haar voorkeur voor het in grote lijnen weergeven van een landschap en niet in 'lieflijke details' overeenkomt met haar stijl van regeren: 'Het zoeken naar de grote lijn, waar de kennis der details nuttig en nodig is tot op zekere hoogte.' Vlak na haar dood is er in het Haags Gemeentearchief nog een keer een expositie van haar werk gehouden. Naderhand is alles opgeslagen en sindsdien is er ook geen informatie meer over verstrekt door het Koninklijk Huisarchief.
Een echte of een valse Wilhelmina?
In de afgelopen jaren zijn er een paar keer schilderijen in de handel naar voren gekomen, waarvan men dacht dat ze door Wilhelmina waren geschilderd. Zo werd er in 1974 op een verkooptentoonstelling in Arti et Amicitiae in Amsterdam een Winterlandschap te koop aangeboden voor Hfl. 40.000,-, als zijnde van de hand van Koningin Wilhelmina. De eigenaar was een kunsthandelaar uit Bussem, die het van een Rotterdamse advocaat had gekocht.
Aanvankelijk wees alles erop dat het doek door Wilhelmina geschilderd was. De eigenaar kreeg echter geen toestemming om het te vergelijken met ander werk van haar. Inmiddles was er een discussie ontstaan of het hier wel om een echte 'Wilhelmina' ging. Sommigen meenden dat het schilderij eerder door Louis van Soest geschilderd was. Vlak na de opening van de expositie is het doek uit de verkoop gehaald.
Voor een beduidend lager bedrag heeft een particulier uit Boskoop in 1977 by Art Gallery Gérard in Wassenaar een schilderij gekocht, dat door Wilhelmina zou zijn geschilderd. Dit doek, getiteld Winterlandschap in Laren, was evenals bovengenoemd schilderij gesigneerd met een 'w'. De familie van de eigenaar neemt aan dat het hier om een schilderij gaat dat Wilhelmina in de oorlog aan een ver familielid van hen heeft gegeven die toen haar adjudant was. Omdat deze het later had verkocht was het in de handel terechtgekomen. Toch kan men ook hier niet met zekerheid vaststellen dat dit schilderij door Wilhelmina gemaakt is.
Ten aanzien van de toeschrijving van de Noorse berghut is dat wel het geval, omdat het Koninklijk Huis dit heeft bevestigd. De vorige eigenaar uit Hilversum had het schilderijtje in 1942 als verlovingsgeschenk van zijn oom gekregen, die het bij de ontruiming van een huis had mogen meenemen.
Samen met de kunstschilder en taxateur van schilderijen A.J. Wildeboer heeft hij toestemming gekregen om naar het Loo te komen. Daar vonden ze een vrijwel identiek schilderij, maar dan van groter formaat en op doek geschilderd, waar achterop stond geschreven Souvenir Noorwegen. Het werd toen duidelijk dat de Noorse berghut een buitenstudie is, die later door Wilhelmina in het groot is uitgewerkt. Tevens was verklaard waarom het zo klein is en op zulk licht materiaal als karton is geschilderd.
Volgens Wildeboer laat de stijl waarin het geschilderd is zo duidelijk de invloed van Gorter zien, dat hij er vrijwel zeker van is dat het in 1922 is gemaakt, toen Gorter met Wilhelmina in Noorwegen was.
Tijdens zijn bezoek aan het Loo, heeft Wildeboer gezien dat daar ongeveer 80 tot 100 schilderijen van Wilhelmina zijn opgeslagen. Ze hangen of staan over twee kamers verdeeld, ondermeer in haar oude atelier. Hier zag hij ook een groot aantal kunstboeken staan, onder meer over de Franse Impressionisten, waaruit hij opmaakt dat zij veel over het werk van andere kunstenaars heeft gelezen. De stijl van Wilhelmina vertoont volgens Wildeboer veel verwantschap met dat van de landschapsschilders van de Barbizon School en hun navolgers, de meer romantische schilders van het Franse Impressionisme. Hij ziet dat in haar gebruik van felle, contrasterende kleuren en in de stemming die ze in haar werk wilde weergeven.
De richtprijs voor de Noorse berghut, tussen de Hfl. 5.000,- en Hfl. 7.000,-, was beduidend lager dan de prijs die in 1974 voor haar werk werd gevraagd. Op dezelfde veiling werd ook een schilderij van Arnold Gorter verkocht, dat samen met een gedenkboek ter ere van het vijfentwintigjarig regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina Hfl. 4.600,- heeft opgebracht. Dat het schilderij van Wilhelmina meer heeft opgebracht, namelijk ruim Hfl. 9.000,- heeft uiteraard te maken met de historische waarde die eraan verbonden is. De huidige eigenaar is een Oranjegezinde man, die een grote bewondering heeft voor Koningin Wilhelmina. Behalve bloemist is hij sinds kort ook eigenaar van Gelerie Korenpassage in Apeldoorn, waar hij schilderijen uit de Haagse School verkoopt.
Over het algemeen wordt er over Koningin Wilhelmina gezegd dat zij niet onverdienstelijk kon schilderen en tekenen.
Al had zij geen academische achtergrond, uit haar werk is wel op te maken dat zij goed les heeft gehad. Zelf was ze bijzonder kritisch over haar artistieke prestaties. Hopelijk krijgt het publiek eens de gelegenheid om daar een oordeel over te geven. Het feit dat er voor de Noorse berghut toestemming is verleend om een vergelijkend onderzoek te doen, zou kunnen aangeven dat er over niet al te lange tijd een overzichtstentoonstelling komt van het ouvre van Wilhelmina van Oranje Nassau.